Definitie : suf
suf
suf
suf : uitleg
Suf: (bijvoeglijk naamwoord) 1. dom, onnozel; 2. traag, lui; 3. verveeld, saai.
suf
- Synoniem van suf: afgezaagd
- Synoniem van suf: afstompend
- Synoniem van suf: afwezig
- Synoniem van suf: daas
- Synoniem van suf: doezelig
- Synoniem van suf: dof
- Synoniem van suf: dom
- Synoniem van suf: duf
- Synoniem van suf: eentonig
- Synoniem van suf: geestdodend
- Synoniem van suf: geesteloos
- Synoniem van suf: mat
- Synoniem van suf: monotoon
- Synoniem van suf: onverstandig
- Synoniem van suf: saai
- Synoniem van suf: slaapverwekkend
- Synoniem van suf: soezerig
- Synoniem van suf: stom
- Synoniem van suf: versuft
- Synoniem van suf: vervelend