Definitie : afpraten
afpraten
af|pra|ten
afpraten : uitleg
afspreken (met iemand) 1. een afspraak maken met iemand: ik heb morgen om drie uur afgesproken met mijn baas; 2. een tijd of plaats bepalen waarop of waar iets zal gebeuren: we hebben afgesproken dat we elkaar morgen zullen ontmoeten; 3. overeenkomen (in iets): we hebben afgesproken dat we niet meer over dit onderwerp zullen praten
afpraten
Type: werkwoord