Definitie : aanpakken
aanpakken
aan|pak|ken
aanpakken : uitleg
1. om iets aan te pakken: aanpakken 2. om iets te doen: aanpakken
aanpakken
Type: werkwoord
- Synoniem van aanpakken: aangrijpen
- Synoniem van aanpakken: aanklampen
- Synoniem van aanpakken: aannemen
- Synoniem van aanpakken: aanvaarden
- Synoniem van aanpakken: aanvatten
- Synoniem van aanpakken: beetgrijpen
- Synoniem van aanpakken: beetnemen
- Synoniem van aanpakken: beetpakken
- Synoniem van aanpakken: beginnen
- Synoniem van aanpakken: benaderen
- Synoniem van aanpakken: grijpen
- Synoniem van aanpakken: ingrijpen
- Synoniem van aanpakken: nemen
- Synoniem van aanpakken: ondernemen
- Synoniem van aanpakken: toegrijpen
- Synoniem van aanpakken: toetasten
- Synoniem van aanpakken: toetreden
- Synoniem van aanpakken: vastgrijpen
- Synoniem van aanpakken: vastnemen
- Synoniem van aanpakken: vastpakken
- Synoniem van aanpakken: vatten
Voorbeelden
- aanpakken: Beetgrijpen
- aanpakken: Overnemen
- aanpakken: Vastnemen