Definitie : winkel
winkel
win|kel
de -woord (mannelijk)
winkel : uitleg
Winkel is een Nederlands woord dat verwijst naar een plaats waar goederen worden verkocht. Het kan ook verwijzen naar een winkelstraat of winkelcentrum.
winkel
Type: zelfstandig naamwoord
Verkleinwoord enkelvoud: winkeltje
Verkleinwoord meervoud: winkeltjes
Enkelvoud: winkel
Meervoud: winkels
- Synoniem van winkel: boetiek
- Synoniem van winkel: winkelzaak
- Synoniem van winkel: zaak
- Synoniem van winkel: supermarkt
- Synoniem van winkel: warenhuis
Gerelateerde woorden
- Winkelassistent (1x)
Voorbeelden
- winkel: Antiekzaak
- winkel: Apotheek
- winkel: Bakkerswinkel
- winkel: Bazar
- winkel: Bloemenzaak
- winkel: Brocanterie
- winkel: Damesmodezaak
- winkel: Decathlon
- winkel: Drankzaak
- winkel: Groentewinkel
- winkel: Herenmodezaak
- winkel: Ijstent
- winkel: Nering
- winkel: Panas
- winkel: Papierhandel
- winkel: Sigarenzaak
- winkel: Sportzaak
- winkel: Tent
- winkel: Verkoopplaats
- winkel: Winkelassistent
- winkel: Zaak