Definitie : transit
transit
tran|sit
de -woord (mannelijk)
transit : uitleg
Transit is het vervoer van personen of goederen van de ene plaats naar de andere. Het kan zowel openbaar als privévervoer betreffen.
transit
Type: zelfstandig naamwoord
Verkleinwoord enkelvoud: transitje
Verkleinwoord meervoud: transitjes
Enkelvoud: transit
Meervoud: transits
- Synoniem van transit: doorvoer
- Synoniem van transit: tussenstop