Definitie : roofdier
roofdier
roof|dier
het -woord
roofdier : uitleg
Een roofdier is een dier dat andere dieren als voedsel gebruikt. Het is een carnivoor die zijn prooi jagt, verscheurt en opvreet. Roofdieren kunnen zowel wilde als huisdieren zijn, afhankelijk van de omgeving waarin ze leven.
roofdier
Type: zelfstandig naamwoord
Verkleinwoord enkelvoud: roofdiertje
Verkleinwoord meervoud: roofdiertjes
Enkelvoud: roofdier
Meervoud: roofdieren
Voorbeelden
- roofdier:
- roofdier: Aasbeer
- roofdier: Adjak
- roofdier: Aligator
- roofdier: Amoerluipaard
- roofdier: Beer
- roofdier: Das
- roofdier: Edelmarter
- roofdier: Faraokat
- roofdier: Faraorat
- roofdier: Fenneks
- roofdier: Fennetvos
- roofdier: Fosse
- roofdier: Fret
- roofdier: Genetta
- roofdier: Genette
- roofdier: Gepard
- roofdier: Grizzly
- roofdier: Haai
- roofdier: Harimau
- roofdier: Hond
- roofdier: Huidhond
- roofdier: Ijsbeer
- roofdier: Ijsvos
- roofdier: Kagoear
- roofdier: Kameelbeer
- roofdier: Karakal
- roofdier: Karakat
- roofdier: Kat
- roofdier: Katbeer
- roofdier: Kater
- roofdier: Leeuw
- roofdier: Los
- roofdier: Lynx
- roofdier: Mangoeste
- roofdier: Mangust
- roofdier: Matjam
- roofdier: Melon
- roofdier: Meloncille
- roofdier: Mink
- roofdier: Moervos
- roofdier: Mongoes
- roofdier: Mungo
- roofdier: Nerts
- roofdier: Ocelot
- roofdier: Pampaskat
- roofdier: Pamrolmarter
- roofdier: Pardelkat
- roofdier: Poes
- roofdier: Rob
- roofdier: Sabel
- roofdier: Saki
- roofdier: Schabrakhyena
- roofdier: Skunk
- roofdier: Steppewolf
- roofdier: Surikate
- roofdier: Tijgerin
- roofdier: Ulk
- roofdier: Varkenssnuitskunk
- roofdier: Vos
- roofdier: Vosmangoeste
- roofdier: Welp
- roofdier: Wolf
- roofdier: Zeehond
- roofdier: Zilverleeuw