Definitie : passant
passant
pas|sant
de -woord (mannelijk)
passant : uitleg
Passant is een term uit het schaakspel en betekent dat een stuk (meestal een pion) van de tegenstander in één zet kan worden geslagen.
passant
Type: zelfstandig naamwoord
- Synoniem van passant: voorbijganger
Gerelateerde woorden
- Passantenhotel (1x)
Voorbeelden
- passant: Passantenhotel
- passant: Terloops
- passant: Voorbijgangster