Definitie : inrichting
inrichting
in|rich|ting
de -woord (vrouwelijk)
inrichting : uitleg
Inrichting is het proces van het instellen, organiseren en aanpassen van een ruimte of gebouw om het te gebruiken voor een bepaald doel. Het omvat meestal het kiezen van meubels, kleuren, materialen en accessoires die passen bij de stijl en functie van de ruimte.
inrichting
Type: zelfstandig naamwoord
Enkelvoud: inrichting
Meervoud: inrichtingen
- Synoniem van inrichting: aankleding
- Synoniem van inrichting: decoratie
- Synoniem van inrichting: dienst
- Synoniem van inrichting: dolhuis
- Synoniem van inrichting: gekkenhuis
- Synoniem van inrichting: gesticht
- Synoniem van inrichting: huishouding
- Synoniem van inrichting: inrichten
- Synoniem van inrichting: instelling
- Synoniem van inrichting: krankzinnigengesticht
- Synoniem van inrichting: krankzinnigeninrichting
- Synoniem van inrichting: meubel
- Synoniem van inrichting: onderdeel
- Synoniem van inrichting: versiering
- Synoniem van inrichting: woningdecoratie
- Synoniem van inrichting: woninginrichting
- Synoniem van inrichting: maaksel
- Synoniem van inrichting: constructie
Gerelateerde woorden
- Inrichtingswerker (1x)
Voorbeelden
- inrichting: Dienst
- inrichting: Dolhuis
- inrichting: Etablissement
- inrichting: Inr
- inrichting: Inrichtingswerker
- inrichting: Krankzinnigengesticht
- inrichting: Krankzinnigeninrichting
- inrichting: Mechanisatie
- inrichting: Meubilering
- inrichting: Regeling
- inrichting: Woningdecoratie