Definitie : hamburger
hamburger
ham|bur|ger
de -woord (mannelijk)
hamburger : uitleg
Een hamburger is een broodje met daarin een gebakken of gegrild vleespatty, meestal gemaakt van rundvlees, en vaak aangevuld met andere ingrediƫnten zoals sla, tomaat, ui en augurk.
hamburger
Type: zelfstandig naamwoord
Verkleinwoord enkelvoud: hamburgertje
Verkleinwoord meervoud: hamburgertjes
Enkelvoud: hamburger
Meervoud: hamburgers
Gerelateerde woorden
- Cheeseburger (1x)
- Groenteburger (1x)
- Hamburgergeneeskunde (1x)
- Hamburgerkoning (1x)
- Hamburgerziekte (1x)
- Kiphamburger (1x)
- Sambalburger (1x)
Voorbeelden
- hamburger: Cheeseburger
- hamburger: Groenteburger
- hamburger: Hamburgerziekte
- hamburger: Sambalburger