Definitie : dommerik
dommerik
dom|me|rik
de -woord (mannelijk)
dommerik : uitleg
Dommerik is een Nederlands woord dat wordt gebruikt om iemand te beschrijven die dom of onnozel is. Het kan ook worden gebruikt om iets doms of onnozels te beschrijven.
dommerik
Type: zelfstandig naamwoord
Verkleinwoord enkelvoud: dommerikje
Verkleinwoord meervoud: dommerikjes
Enkelvoud: dommerik
Meervoud: dommeriken
- Synoniem van dommerik: achterlijke
- Synoniem van dommerik: domkop
- Synoniem van dommerik: domoor
- Synoniem van dommerik: dwaas
- Synoniem van dommerik: idioot
- Synoniem van dommerik: onbenul
- Synoniem van dommerik: onnozekerel
- Synoniem van dommerik: onnozelaar
- Synoniem van dommerik: simpeziel
- Synoniem van dommerik: stommeling
- Synoniem van dommerik: sufferd
- Synoniem van dommerik: sufferdje
- Synoniem van dommerik: uilskuiken
Voorbeelden
- dommerik: Achterlijke
- dommerik: Dwaas
- dommerik: Eendenkuiken
- dommerik: Hals
- dommerik: Idioot
- dommerik: Loeter
- dommerik: Oen
- dommerik: Onnozekerel
- dommerik: Simpeziel
- dommerik: Stommeling
- dommerik: Sukkel
- dommerik: Sul