Definitie : arrangeren
arrangeren
ar|ran|ge|ren
arrangeren : uitleg
het regelen van iets: een afspraak, een reis, een verhuizing, een bruiloft arrangeren. het in orde maken van iets: een bloemstuk, een kamer, een boeket arrangeren. het in orde maken van muziekstukken voor orkest of koor: een stuk arrangeren.
arrangeren
Type: werkwoord
- Synoniem van arrangeren: aanrichten
- Synoniem van arrangeren: afspreken
- Synoniem van arrangeren: bedisselen
- Synoniem van arrangeren: bewerken
- Synoniem van arrangeren: groeperen
- Synoniem van arrangeren: indelen
- Synoniem van arrangeren: inrichten
- Synoniem van arrangeren: instrumenteren
- Synoniem van arrangeren: ordenen
- Synoniem van arrangeren: organiseren
- Synoniem van arrangeren: orkestreren
- Synoniem van arrangeren: regelen
- Synoniem van arrangeren: schikken
- Synoniem van arrangeren: systematiseren