Definitie : allrounder
allrounder
all|roun|der
de -woord (mannelijk)
allrounder : uitleg
Iemand die goed is in veel verschillende dingen.
allrounder
Type: zelfstandig naamwoord
Verkleinwoord enkelvoud: allroundertje
Verkleinwoord meervoud: allroundertjes
Voorbeelden
- allrounder: Klassementsrijder