Definitie : aanzagen
aanzagen
aan|za|gen
aanzagen : uitleg
1. (iemand) aan te moedigen 2. (iemand) aan te kondigen 3. (iemand) aan te duiden
aanzagen
aanzagen
aan|za|gen
1. (iemand) aan te moedigen 2. (iemand) aan te kondigen 3. (iemand) aan te duiden
aanzagen