Definitie : aanwinst
aanwinst
aan|winst
de -woord (vrouwelijk)
aanwinst : uitleg
1. het aankopen van iets: hij maakte een aanwinst van een nieuwe auto; 2. het verwerven van kennis, vaardigheden, ervaring: zijn aanwinst voor het team; 3. iets dat je hebt verworven: zijn grootste aanwinst is zijn gezin; 4. (figuurlijk) i
aanwinst
Type: zelfstandig naamwoord
Verkleinwoord enkelvoud: aanwinstje
Verkleinwoord meervoud: aanwinstjes
Enkelvoud: aanwinst
Meervoud: aanwinsten
- Synoniem van aanwinst: aangekochte
- Synoniem van aanwinst: aangroei
- Synoniem van aanwinst: aankoop
- Synoniem van aanwinst: aanschaf
- Synoniem van aanwinst: aanwas
- Synoniem van aanwinst: acquest
- Synoniem van aanwinst: acquisitie
- Synoniem van aanwinst: boodschap
- Synoniem van aanwinst: buit
- Synoniem van aanwinst: expansie
- Synoniem van aanwinst: groei
- Synoniem van aanwinst: koop
- Synoniem van aanwinst: prooi
- Synoniem van aanwinst: stijging
- Synoniem van aanwinst: toename
- Synoniem van aanwinst: toeneming
- Synoniem van aanwinst: uitbreiding
- Synoniem van aanwinst: verhoging
- Synoniem van aanwinst: vermedevuldigen
- Synoniem van aanwinst: vermeerdering
- Synoniem van aanwinst: versterking
- Synoniem van aanwinst: conquest
Voorbeelden
- aanwinst: Aangekochte
- aanwinst: Buit
- aanwinst: Groei
- aanwinst: Koop
- aanwinst: Nut
- aanwinst: Prooi
- aanwinst: Toeneming
- aanwinst: Vermedevuldigen
- aanwinst: Verrijking