Definitie : aanpreken
aanpreken
aan|pre|ken
aanpreken : uitleg
aanspreken1 [ atspreuken ] ww. 1. iemand aanspreken om hem tegen te houden: de agent sprak de man aan die wegliep met een gestolen jas; ze spraken hem aan op zijn gedrag; hij werd aangesproken op zijn slechte manieren; ik heb je al zo vaak aanges
aanpreken
Type: werkwoord