Definitie : aanblik
aanblik
aan|blik
de -woord (mannelijk)
aanblik : uitleg
1. het gezicht; het uitzicht: de aanblik van de stad was prachtig; 2. het voorkomen, de verschijning: hij had een onprettige aanblik; 3. het schouwspel: de aanblik van het ongeluk was verschrikkelijk.
aanblik
Type: zelfstandig naamwoord
Verkleinwoord enkelvoud: aanblikje
Verkleinwoord meervoud: aanblikjes
Enkelvoud: aanblik
Meervoud: -