Definitie : winter
winter
win|ter
de -woord (mannelijk)
winter : uitleg
Winter is de koudste seizoen van het jaar, meestal gekenmerkt door koud weer, sneeuw en ijs. Het begint meestal in december en eindigt in maart of april.
winter
Type: zelfstandig naamwoord
Verkleinwoord enkelvoud: wintertje
Verkleinwoord meervoud: wintertjes
Enkelvoud: winter
Meervoud: winters
- Synoniem van winter: jaargetijde
- Synoniem van winter: koude