Definitie : signaal
signaal
sig|naal
het -woord
signaal : uitleg
Een signaal is een elektrische of elektromagnetische verandering die wordt gebruikt om informatie te verzenden, zoals audio, video of gegevens. Het kan ook worden gebruikt om een apparaat aan te sturen of te besturen.
signaal
Type: zelfstandig naamwoord
Verkleinwoord enkelvoud: signaaltje
Verkleinwoord meervoud: signaaltjes
Enkelvoud: signaal
Meervoud: signalen
Gerelateerde woorden
- Antennesignaal (1x)
- Beginsignaal (1x)
- Brief (1x)
- Draadloos Telefoontoestel (1x)
- E-mail (1x)
- Elektronica (1x)
- Gammaflits (1x)
- Geursignaal (1x)
- Gsm-mast (1x)
- Lichaamtaal (1x)
- Mobiele Telefoon (1x)
- Peilzender (1x)
- Quasar (1x)
- Radio-ontvanger (1x)
- Rooksignaal (1x)
- Schrift (1x)
- Signaalblad (1x)
- Signaalbron (1x)
- Signaalgever (1x)
- Signaalhoorn (1x)
- Signaallamp (1x)
- Signaalruisverhou (1x)
- Signaalsterkte (1x)
- Signaalversterker (1x)
- Spoor (1x)
- Taal (1x)
- Tijdsignaal (1x)
- Verkeerlicht (1x)
- Videosignaal (1x)
Voorbeelden
- signaal: Alarm
- signaal: Bel
- signaal: Brief
- signaal: Claxon
- signaal: Draadloos Telefoontoestel
- signaal: E-mail
- signaal: Elektronica
- signaal: Gammaflits
- signaal: Gsm-mast
- signaal: Hoorn
- signaal: Lichaamtaal
- signaal: Licht
- signaal: Mobiele Telefoon
- signaal: Peilzender
- signaal: Quasar
- signaal: Radio-ontvanger
- signaal: Schel
- signaal: Schrift
- signaal: Sein
- signaal: Signaalblad
- signaal: Sos
- signaal: Spoor
- signaal: Taal
- signaal: Toeter
- signaal: Verkeerlicht
- signaal: Wenk