Definitie : afdragen
afdragen
af|dra|gen
afdragen : uitleg
1. (van een bedrag) geven, overhandigen: hij moest de helft van zijn loon afdragen aan zijn ex-vrouw; 2. (van een bedrag) betalen: hij moest de helft van zijn loon afdragen aan zijn ex-vrouw; 3. (van een bedrag) doneren: hij heeft zijn gehele salaris afgedragen aan het goede doel; 4. (van een bedrag) verschuldigd zijn: hij was twee maanden huur afgedragen; 5. (van e
afdragen
Type: werkwoord
- Synoniem van afdragen: afslijten
- Synoniem van afdragen: overdragen
- Synoniem van afdragen: slijten
- Synoniem van afdragen: verslijten
- Synoniem van afdragen: verteren
Voorbeelden
- afdragen: Overdragen