Definitie : absenteren, zich
absenteren, zich
ab|sen|te|ren
absenteren, zich : uitleg
1. Zich niet aanwezig houden, niet verschijnen. 2. Zich niet bezighouden met, zich onthouden van. 3. (juridisch) Zich onttrekken aan de uitoefening van een ambt of functie. 4. (leger) Niet verschijnen op de plaats van dienst of oproep.
absenteren, zich
- Synoniem van absenteren, zich: heengaan