Definitie : aantrouwen
aantrouwen
aan|trou|wen
aantrouwen : uitleg
aantrouwen werkw. Uitspraak: aantrouwen Verbuigingen: aantrouwde ww., aangetrouwd ww.v. 1 iets toevertrouwen aan iemand: ik heb de zorg voor de baby aan haar toevertrouwd; een opdracht, taak, verantwoordelijkheid toevertrouwen a
aantrouwen