Definitie : aantrekken
aantrekken
aan|trek|ken
aantrekken : uitleg
aantrekken werkwoord 1. aantrekken van kleding: zich aankleden; 2. aantrekken van aandacht: trekken; 3. aantrekken van mensen: aantrekkelijk vinden; 4. aantrekken van mensen: er voor zorgen dat iemand je leuk vindt; 5. aantrekken van mensen: iemand v
aantrekken
Type: werkwoord
- Synoniem van aantrekken: aanbrengen
- Synoniem van aantrekken: aandoen
- Synoniem van aantrekken: aankleden
- Synoniem van aantrekken: aanlokken
- Synoniem van aantrekken: aannemen
- Synoniem van aantrekken: adverteren
- Synoniem van aantrekken: bekleden
- Synoniem van aantrekken: bekoren
- Synoniem van aantrekken: charmeren
- Synoniem van aantrekken: dichttrekken
- Synoniem van aantrekken: inhuren
- Synoniem van aantrekken: kleden
- Synoniem van aantrekken: opbrengen
- Synoniem van aantrekken: opleggen
- Synoniem van aantrekken: rekruteren
- Synoniem van aantrekken: straktrekken
- Synoniem van aantrekken: ter harte gaan
- Synoniem van aantrekken: werven
Voorbeelden
- aantrekken: Aandossen
- aantrekken: Aantijgen
- aantrekken: Attraheren
- aantrekken: Boeien
- aantrekken: Dichttrekken
- aantrekken: Lokken
- aantrekken: Passen
- aantrekken: Spannen
- aantrekken: Straktrekken
- aantrekken: Ter Harte Gaan
- aantrekken: Toedoen