Definitie : aankrijgen
aankrijgen
aan|krij|gen
aankrijgen : uitleg
aankrijgen werkw. (overgankelijk werkwoord) 1. iemand of iets ergens toe brengen • de trein aankrijgen: de trein halen 2. iemand of iets ergens krijgen • een straf aankrijgen: een straf krijgen 3. (figuurlijk) ergens last van krijgen •
aankrijgen
Type: werkwoord