Definitie : aaneenschakelen
aaneenschakelen
aan|een|scha|ke|len
aaneenschakelen : uitleg
aaneenschakelen werkw. (overgankelijk werkwoord) 1. elkaar aansluiten: de lampjes aaneenschakelen 2. (figuurlijk) aan elkaar rijgen: de ene misdaad aaneenschakelen met de andere
aaneenschakelen
Type: werkwoord
- Synoniem van aaneenschakelen: koppelen
- Synoniem van aaneenschakelen: samenvoegen
- Synoniem van aaneenschakelen: verbinden
Voorbeelden
- aaneenschakelen: Samenschakelen