Definitie : aandoen
aandoen
aan|doen
aandoen : uitleg
(v.) voelen, beleven; (v.) aantrekken, aanpassen; (v.) toebrengen, aanrichten; (n.) gevoel, emotie
aandoen
Type: werkwoord
- Synoniem van aandoen: aanbrengen
- Synoniem van aandoen: aandraaien
- Synoniem van aandoen: aankleden
- Synoniem van aandoen: aanleggen
- Synoniem van aandoen: aanmaken
- Synoniem van aandoen: aanrichten
- Synoniem van aandoen: aanstichten
- Synoniem van aandoen: aantrekken
- Synoniem van aandoen: aanzetten
- Synoniem van aandoen: berokkenen
- Synoniem van aandoen: inschakelen
- Synoniem van aandoen: kleden
- Synoniem van aandoen: lijken
- Synoniem van aandoen: opbrengen
- Synoniem van aandoen: opleggen
- Synoniem van aandoen: starten
- Synoniem van aandoen: stichten
- Synoniem van aandoen: teweegbrengen
- Synoniem van aandoen: veroorzaken
- Synoniem van aandoen: treffen
Voorbeelden
- aandoen: Aandossen
- aandoen: Aandossing
- aandoen: Commoveren
- aandoen: Emotioneren
- aandoen: Klinken
- aandoen: Leveren
- aandoen: Lijken
- aandoen: Treffen